Geschreven door Levi Van Havere

Nieuwe wet: Zakelijke zekerheden op roerende goederen

Net zoals onze Franse buren heeft de Belgische Wetgever in 2013 een wet gestemd, die het recht i.v.m. de zakelijke zekerheden op roerende goederen hervormt, en dit op een fundamentele wijze.


EXIT Pand op het Handelsfonds (wet van 1919) en EXIT Warrantstelsel (wet van 1862).

De nieuwe wet, die normaliter van kracht zal gaan op 1 december 2014, biedt de mogelijkheid aan elke Schuldeiser, bancair of niet, om een Pand te vestigen op een gedeelte van, of op de totaliteit van de vlottende activa van een onderneming (waaronder de klantschuldvorderingen en de voorraden), en dit via een gecentraliseerde inschrijving waarvan de practische modaliteiten echter nog niet vastliggen.

Men zal dus een Pand kunnen inschrijven op een geheel van activa (bijvoorbeeld op het Handelsfonds …). Indien deze inschrijving geen te hoge kost vertegenwoordigt, lijkt het evident dat de Bankwereld deze pandinschrijving zal gebruiken, net zoals zij het Pand op het Handelsfonds hanteerde. Met dien verschil dat dit nieuw pand niet noodzakelijk beperkt zal zijn ten belope van
50% van de voorraden …

De Wetgever gaat echter nog een stapje verder. Hij introduceert tegelijkertijd een resem van wetsbepalingen betreffende het volgrecht, de zakelijke subrogatie, het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht. Het resultaat van al deze nieuwe wetsbepalingen landt uit op de wording van niet te onderschatten “occulte zekerheden”, die in geval van samenloop diverse vraagstellingen zullen teweegbrengen, en waarvoor er slechts een antwoord zal worden gegeven via de jurisprudentie van de komende (10 ?) jaren. Wij gaan dus een periode van juridische onzekerheid tegemoet, die zeker geen gemakkelijkere toegang tot kredieten zal bieden, zoals de Wetgever het initiëel voorhad …

Voor wat betreft de voorraden, heeft de Wetgever natuurlijk het Goederenpand met Buitenbezitstelling in stand gehouden.

Het Pand is voortaan echter een consensuele overeenkomst. Het vereiste van buitenbezitstelling is geen vormvereiste meer, maar een vereiste van tegenwerpelijkheid aan derden. Pandschuldeisers hebben zodus de keuze tussen een Pand tegenwerpelijk aan derden via een registratie of een Pand tegenwerpelijk aan derden via een buitenbezitstelling.

De Pandschuldeiser die voor de buitenbezitstelling kiest, geniet echter zoals voorheen van een retentierecht, dat hem een onovertroffen drukmiddel verstrekt in geval van Gerechtelijke Reorganisatie.

Maar zoals wij het hierboven reeds aanhaalden, zullen de “occulte zekerheden” een eindeloze reeks van samenlopen en conflicten met zich meebrengen :

  • met leveranciers van bezwaarde goederen
  • met leveranciers van goederen die vermengd werden tijdens een productieproces
  • met de bankiers van deze leveranciers …

Het is daarom dat NV WARRANT reeds sinds enkele maanden samenwerkt met de Juridische diensten van haar Bank-Partners, teneinde deze toekomstige onzekere periode creatief voor te bereiden.

Hoe kunnen wij aan de Banken een optimale info bieden over hoe de inhoud van haar waarborg evolueert ?
Wat voor soort knipperlichten kunnen wij creëren teneinde de hierboven beschreven risico’s te identificeren en te quantifiëren ?

Dat is onze uitdaging!